Schip dat averij heeft opgelopen

Gedicht 

Graag wil ik een gedicht met jullie delen, maar voor ik dat doe leg ik eerst even uit hoe dit gedicht is ontstaan. Vandaag precies een jaar geleden stond er plots een agent te kloppen op het raam. Ik schrok me kapot. Buiten het feit dat het een agent was, is het bij ons sowieso een beetje raar als er iemand plots op het raam klopt. Wij wonen namelijk gelegen in het bos en moet men bij het hek aanbellen zodat wij het hek kunnen openen. Dus er komt sowieso niet zomaar iemand binnen. Uiteraard werkte die dag de bel niet, dus de agent moest klimmen. Terug naar het moment, mijn hart bonkte als een gek. Is er misschien een groot ongeluk gebeurd aan de weg? Is er inbraak geweest bij de buren en zoeken ze de dader? Er gaat van alles door je hoofd, behalve hetgeen wat komen gaat.

Bent u mevrouw Monté?

Ik sprong op van mijn stoel om naar buiten te lopen. ‘Bent u mevrouw Monté?’ werd mij gevraagd. Met een bevende stem antwoordde ik ‘Ja, dat ben ik’. En eigenlijk wist ik op dat moment al dat het niet goed was. De agent kwam mij het trieste nieuws brengen dat mijn vader in zijn huis gevonden was door de buurman. Plots uit mijn leven vertrokken. Geen afscheid. Zo veel vragen, zo weinig antwoorden.

Ik schreeuwde het uit van verdriet. Van de pijn en van de boosheid. Zoveel gevoelens gingen door mij heen. Mijn man kwam naar buiten om te kijken wat er in vredesnaam aan de hand was. Slaat zijn arm om mij heen en bedenkt zich dat het misschien beter is om uit de kou naar binnen te gaan. Binnen kom ik wat tot rust en ga ik over in de regel modus. Ik ben de jongste van drie, het enige meisje. Papa’s meisje, maar nu niet meer. Ik heb nog twee broers. Ik vraag aan de agenten of mijn broers ook op de hoogte gebracht worden? Zo ja, dan liever niet langs mijn oudste broer. Die is autistisch en die brengen we het nieuws dan liever zelf. Het geregel is begonnen.

Voorliefde voor schrijven

Ik kan nog veel vertellen over deze trieste dag en de zware periode die volgt, want zwaar was het, maar wat ik vandaag met jullie wil delen is waar mijn voorliefde voor schrijven vandaan komt. En die, die komt bij mijn vader vandaan. Beide gevoelsmensen. Vol emotie. Mijn vader vond het heerlijk om die emotie kwijt te kunnen in het schrijven van gedichtjes. Zo kreeg ik ooit een gedicht van hem op mijn verjaardag. Ik vond het prachtig. Ik was er zo blij mee, ik voelde namelijk wat hij wilde zeggen. Toen ik later puber werd en zelf een hoop emotie had om te verwerken begon ik dit ook te doen met het schrijven van gedichten. Want schrijven deed ik al heel lang, ik heb een hoop dagboeken vol geschreven, maar in mijn gedichten kon ik echt mijn emotie kwijt. Toen ik mijn geluk in de liefde gevonden had en mijn leven in rustig vaarwater kwam, kwam het schrijven ook op een lager pitje. Ik dacht nooit dat ik daar succesvol in kon zijn, ik was tenslotte dyslectisch ( nu weet ik wel beter ). Echter wakkerde het overlijden van mijn vader dit vuurtje weer aan.

Spreken op de crematie

Mijn vader wilde gecremeerd worden en ik wist dat ik wilde spreken. Maar wat zeg je op zo’n moment. Woorden schieten te kort. We hadden ruim de tijd genomen om alles te regelen, want we hadden wat uitzoekwerk. Toch kwam ik tijd te kort om de woorden te vinden. De dag voor de crematie reden mijn man en ik naar een huisje waar wij overnachtten. Mijn vader en ik woonde namelijk 3 uur rijden bij elkaar vandaan. In de auto las ik de tekst die mijn broer ging voorlezen, slecht idee. Mijn broer is namelijk een hele goede spreker. En hij had een prachtig verhaal opgeschreven. Met tranen zat ik in de auto. Er kwam zoveel verdriet naar boven. Verdriet waar nog weinig tijd voor was geweest. Maar ik? Ik liep vast in mijn schrijven. Want ik moest en zou een gedicht schrijven, maar het enige dat rolde waren mijn tranen. Tot mijn man zei ‘Waarom schrijf je niet eerst een verhaal, een herinnering, dan heb je in ieder geval iets’. Dat was een goede tip. Ik ging gewoon schrijven over de momenten die ik mij herinnerde. De mooie momenten. En toen de rust daar was, was er ruimte voor creatie. Tot 03:00 uur in de nacht heb ik zitten schrijven en herschrijven. Maar mijn gedicht was af. Mijn vader was vroeger communicator op schepen en deed dit door middel van morsecode. Tot de satellieten kwamen en deze vorm van communicatie niet meer nodig was. Maar de zee bleef altijd roepen. En dat was mijn inspiratie voor dit gedicht. Ik was ontzettend trots op mezelf dat het gelukt was. En dat gedicht is wat ik vandaag graag met jullie wil delen. 

Gedicht


Je hebt averij opgelopen

het ruim nu volgelopen.

Niets werkt meer naar behoren
de zeeslag nu verloren.

Je was verankerd in mijn leven 
ik dacht voor altijd en niet voor even.

Voortaan alleen nog maar geruis
aan de andere kant van de spreekbuis.

Zinkend in verdriet moet ik de trossen lossen
en hoop ik op een dag van deze pijn te verlossen